Verslag Politietoezicht op de visserij in de Noordzee
Het politietoezicht op de visserij in de Noordzee werd van 21 mei tot 10 augustus uitgeoefend door Hr.Ms. Jaguar, onder het commando van de luitenant ter zee der eerste klasse H. van Rossem, en van 10 augustus to 16 december door Hr.Ms. Fret, onder het commando van de luitenant ter zee der eerste klasse V.R. IJ. Winkelman. Het type fregat van de roofdierklasse voldoet zeer goed voor het politietoezicht op de visserij. Met redelijke hoge zeegang was de communicatie nog mogelijk, indien daarvoor een rubbervlot werd gebruikt
Van 15 - 20 september onderbrak Hr.Ms. Fret de uitoefening van het politietoezicht, om deel te nemen aan de oefening Stand Firm. Incidenteel werd het politietoezicht uitgeoefend gedurende de reis van Hr.Ms. Fret van 10 oktober tot 1 november, waarbij deze oorlogsbodem was aangewezen voor hulp bij de zwaartekrachtmetingen, in de Moray Firth en beoosten de Orkney-eilanden, onder leiding van Dr. B.J. Colette van het mineralogisch-geologisch instituut aan de rijksuniversiteit te Utrecht.
Het personeel voldoet goed. Grote hulp werd ondervonden van een aantal militie-matrozen, afkomstig van de haringloggervloot. Een hunner excelleerde in het herkennen van loggers op zeer grote afstand.
Beschadiging aan netten is in het late seizoen, als zich grote concentraties drijfnetvissers in het Zuidelijke deel der Noordzee bevinden, welhaast niet te vermijden.
Het boekwerkje "Attentie.......vletten in Uw koers" uitgegeven op initiatief van de "Reedersvereniging van de Nederlandse haringvisserij", blijkt in een behoefte te voorzien. Geconstateerd werd dat vele koopvaardijschepen inderdaad de moeite namen de netten te vermijden. In enkele gevallen werd optisch gewaarschuwd, als koopvaardijschepen gevaarlijk dicht bij de uitstaande netten koersten.
De uitzendingen van onder andere Scheveningen Radio, waarin de drijfnetconcentraties worden aangegeven, zijn eveneens doeltreffend en nuttig gebleken.
Veel werd samengewerkt met het hospitaal-kerkschip "De Hoop", terwijl incidenteel kontakt bestond met de Duitse "Fischereischutsboote".
© Ton Roos
De volgende havens werden aangedaan: Leith (Edinburg), Aberdeen, Invergordon en Inverness.
Op 3 mei werd ter hoogte van Noordwijk aan Zee, opgetreden tegen de Belgische vissersvaartuigen Z 447, Z 104, Z 555, Z 793, Z 38, Z 498 en Z 475, wegens vermoedelijke overtreding van de internationale overeenkomst van 6 mei 1882, gewijzigd bij die van 1 februari 1889 (vissen in territoriale wateren), waarvan proces-verbaal werd opgemaakt.
Op 8 november werd een proces-verbaal opgemaakt van moedwillige beschadiging van netten, toebehorende aan het vissersvaartuig VL 79 (Maas), hetgeen werd veroorzaakt door het Duitse visservaartuig AL 10 (Lubbe Hartman uit Leer, West-Duitsland). De geïnspecteerde vissersvaartuigen voldeden over het algemeen aan de voorschriften, zodat ook geen proces-verbaal werd opgemaakt.
In vele gevallen moest worden opgetreden, zowel met waarschuwingen per radiotelefonie-omroep als met praaien, tegen vissers, die het dagkenmerk of 's-nachts de visserslichten voerden, terwijl zij niet vissende waren, of de navigatielichten voerden terwijl de netten uistonden.