rdk

 

Overname, Indienststelling en thuisreis van
Hr.Ms. fregatten Panter, Fret en Jaguar en
Hr.Ms. mijnenveger Beilen

 

Commandanten:

Hr.Ms. Panter: bij indienststelling LTZ 1 H. van Rossem, tijdens thuisreis LTZ 1 R. van Wely.
Hr.Ms. Fret: bij indienststelling LTZ 1 R. van Wely, tijdens thuisreis LTZ 1 H. van Rossem.
Hr.Ms. Jaguar: LTZ 1 A.J.J. Benist
Hr.Ms. Beilen: LTZ 1 SD B.B. Bakker

Overname en indienststelling

Hr.Ms. fregat Fret werd op 4 mei te Boston aan Nederland overgedragen en in dienst gesteld.
Hr.Ms. Panter en Jaguar werden op 11 juni te New Orleans aan Nederland overgedragen en in dienst gesteld.

Namens de Nederlandse regering nam de marine-attaché te Washington, schout-bij-nacht G. Koudijs, beide laatste schepen over van de commandant van het U.S. Naval Station New Orleans, die optrad namens de Amerikaanse regering.  Een Amerikaanse vlootgeestelijke opende de ceremonie met een "invocation".  Aanwezig waren o.m. de waarnemend consul-generaal te New Orleans, mr. P. Buwalda, de Nederlandse liaison-officier te New Orleans, luitenant ter zee der eerste klasse jhr. J.A. Feith en de adjunct marine-attaché luitenant ter zee vlieger der eerste klasse J.H. Perié.  Na afloop bood de commandant van het 8ste marine-district van de Amerikaanse marine een koele dronk aan te zijnen huize. Des avonds gaf hij een uitgebreide cocktailparty in de officiersmess van het naval station.

Hr.Ms. Beilen was op 26 april te Norfolk, Virginia overgedragen en in dienst gesteld.

Nautische gedeelte van de thuisreis

Hr.Ms. Jaguar en Hr.Ms. Fret vertrokken op 16 juli van Norfolk. Aankomst te Den Helder 12 augustus 1954. Op de dag van vertrek wisselde de bemanning van Hr.Ms. Panter met die van Hr.Ms. Fret. De commandanten droegen de commando's aan elkander over.
Hr.Ms. Panter vertrok op 14 augustus van Norfolk in konvooi met de Italiaanse mijnenveger Frassino (ex. AMS 89) en Hr.Ms. Beilen. Hr.Ms. Panter was escorte vaartuig.
Aankomst Hamilton (Bermuda) 16 augustus, vertrek 17 augustus. Op 25 augustus werd St. Miguel verkend, waarna Hr.Ms. Panter het verband verbrak. Hr.Ms. Beilen liep de zelfde dag te Ponta Delgada binnen, terwijl Hr.Ms. Panter op 27 augustus te Lissabon aankwam en de volgende dag vandaar uit naar Den Helder doorvoer. Op 29 augustus echter moest Hr.Ms. Panter El Ferrol binnenlopen teneinde een patient met acute blindedarmontsteking te laten debarkeren. De patient werd opgenomen in het hospitaal aldaar. Hr.Ms. Panter stoomde dezelfde dag door.
Inmiddels was Hr.Ms. Beilen op 26 augustus van Ponta Delgada naar Den Helder vertrokken. Op 31 augustus maakte Hr.Ms. Beilen ter hoogte van het lichtschip Goeree rendez-vous met Hr.Ms. Panter, waarna beide schepen te Den Helder binnenkwamen.

De weersomstandigheden waren gedurende de overtocht over het algemeen gunstig, na Ponta Delgada echter nam de wind toe (kracht 4 tot 5) en stond er een korte hoge deining.

Formaliteiten

Hamilton (Hr.Ms. Panter en Beilen) -  De Nederlandse vice-consul Sir John Cox kwam bij aankomst aan boord. Behalve een bezoek aan het vliegkamp van de Amerikaanse marine aldaar werden geen verdere bezoeken gewisseld in verband met de korte duur van het verblijf, dat diende voor het laden van olie en water.
Ponta Delgada (Hr.Ms. Beilen) - De gebruikelijke bezoeken werden gewisseld. De Nederlandse Consul, de heer R. Arrudo, kwam na aankomst aan boord en bood de officieren een autotocht over het eiland aan.